Een ouder heeft ons benaderd met een vraag over infectieziekten. Wanneer mag een kind wel en niet naar school?
Er zijn allerlei kinderziekten. In de meeste situaties mag een kind wel naar school; soms mag een kind onder bepaalde voorwaarden naar school; soms mag een kind niet naar school. Dit hangt ervan af wat er aan de hand is. De school hanteert hierbij de richtlijnen van de GGD/Rijksoverheid. In de bijlage vindt u een flyer met de richtlijnen.
Bij een infectieziekte adviseren wij u dit af te stemmen met school. Dan kunnen wij u informeren over de richtlijnen.
De meest voorkomende infectieziekten zijn:
Waterpokken: Het kind mag naar school
Waterpokken zijn heel besmettelijk. Al 2 dagen vóórdat de rode bultjes te zien zijn op de huid, totdat de meeste blaasjes een korstje hebben. De tijd tussen besmet raken en ziek worden is ongeveer 10 dagen tot 3 weken.
Krentenbaard: Het kind mag naar school, mits natte blaasjes zijn afgedekt.
De bacterie wordt veelal overgedragen door contact met het vocht uit de blaasjes van iemand met krentenbaard. Krabben aan krentenbaardplekken kan leiden tot besmetting via handen of bijvoorbeeld speelgoed. Daarnaast kan de bacterie overgedragen worden via hoesten of niezen. Veel mensen dragen de bacterie in de neus of keel bij zich zonder zelf ziek te zijn.
Hoofdluis: Het kind mag na behandeling naar school
Hoofdluis kun je krijgen van contact met iemand die hoofdluis heeft: de luizen lopen van het ene hoofd naar het andere. Ze verplaatsen zich niet via kleding of andere spullen.
Koortslip: Het kind mag naar school
Het vocht in de blaasjes is zeer besmettelijk. Het virus verspreidt zich door het aanraken van de blaasjes met de handen of door het zoenen. Iemand is vooral besmettelijk vanaf het moment dat de blaasjes ontstaan en openbarsten. De besmettelijkheid blijft bestaan totdat de blaasjes helemaal ingedroogd zijn of dat er een korstje op zit.